ontwerper Reinoud Schuijers

Reinoud Schuijers begon samen met Jules Notermans een ontwerpbureau. Reinoud en Jules is een creatief, inmiddels succesvol reclamebureau in Den Bosch.

Reinoud: “Vroeger op het Udens College wilde ik al 'iets met ontwerpen' gaan doen. Maar of ik nu meubels, huizen of logo's zou gaan ontwerpen, dat wist ik allemaal niet. Veel concreter dan 'iets met ontwerpen' werd het niet. En geef toe; hoe moet je nu op voorhand weten wat je met je leven wilt gaan doen? Ik was al lang blij dat ik überhaupt een richting had. 'Iets met ontwerpen' vond ik concreet genoeg.”

En dat bleek niet onterecht. “Ik dacht bij mezelf: ‘Als ik mezelf niet vastpin op één doel, maar gewoon telkens een paar stappen in een interessante, leuke richting zet, dan komt de rest vanzelf. Ik zie wel.’ Door gaandeweg goed op te letten en telkens bij mezelf te denken ‘Is er een kans dat ik dit leuk ga vinden? Leidt dit misschien tot iets goeds?’ maakte ik vanzelf, intuïtief, de juiste keuzes.”

“Als vormgever maak ik nu op dezelfde manier keuzes. Het vormgeven van een logo, identiteit voor een bedrijf of een website, is een proces waarbij je continu moet checken; ‘Voelt dit goed? Ga ik via deze weg een goede kant op?’. Vooral dat laatste, de goede weg, is belangrijk. Door continu te checken wat je aan het doen bent kun je gemakkelijk bijsturen. Soms zit je op een hobbelig stukje van de weg, maar moet je daar doorheen om verder te komen.”

“Zowel het vormgeven als het hele leven draait om het proces. Het heeft geen zin heeft om alleen maar naar de horizon te staren. Als je altijd alleen maar naar 'later' kijkt mis je de hele weg er naartoe. Het 'later' van vorige week is vandaag. 'Later' is nu. Die weg naar 'later' moet leuk, interessant, prikkelend, vet of spannend zijn, want die weg is het enige wat je hebt. Focus dus niet teveel op een ultieme, leuke eindbestemming. Alles in het leven is afhankelijk van de keuzes die je gaandeweg maakt. Als je altijd kiest voor wat goed voelt en daarom altijd achter je keuzes staat, dan is het een plezierige rit. En daar draait het om. Zit je op een saai stuk van de rit? Neem een zijweg. Wie weet wat daar te vinden is. Gaat het je allemaal te snel? Neem gas terug. Het is jouw rit. Jij zit aan het stuur.”

“Ik haal mijn inspiratie uit de rit. Ik probeer zo vaak mogelijk nieuwe dingen te doen. Je weet pas wat iets is als je het doet, als je het hoort, als je het proeft, als je het ervaart. Het wordt nooit precies wat je verwacht. Sommige nieuwe dingen vallen tegen. Dat is niet erg, want andere vallen juist heel erg mee en het één leidt tot het ander. Die nieuwe ervaringen, of ze nu positief of negatief zijn, inspireren me. Mijn werk is altijd een resultaat van wat ik in die periode aan het doen ben. En dat is goed, want dat maakt het werk persoonlijk. Het resultaat is een product van mijzelf en dat is door niemand na te maken. Als je vanuit jezelf werkt, wordt je werk ook uniek.”

Voor iedereen die op zoek is naar een studie of beroepsopleiding besluit Reinoud met een duidelijk advies: “Ogen op de weg, handen aan het stuur, voet bij de rem. Dan kan er niet veel mis gaan”.

bron: Reinoud Schuijers . portretfoto: Judith van der Rijt . Marjet Stamsnijder

regisseur Grietje Evenwel

Op haar achtste jaar stond Grietje al op de planken, en op het Udens College werd steeds duidelijker dat ze door wilde met theater. Tijdens het examenjaar deed zij audities op verschillende toneelscholen, en werd aangenomen in Maastricht op de regisseursopleiding. In 2010 studeerde zij af.

“Op een toneelacademie doen een paar honderd mensen auditie, waarvan maar een handjevol wordt aangenomen. Je gaat vier auditierondes door, die -per ronde- meerdere dagen kunnen duren. Er wordt gekeken naar je talent, je motivatie en naar je ontwikkelingsmogelijkheden. Als je bent aangenomen, heb je vier zware jaren voor de boeg. Er wordt van je verwacht dat je theater altijd op de eerste plaats zet. Je moet ook stevig in je schoenen staan, want de kritiek die je krijgt, kan hard aankomen. Veel mensen beginnen dan ook niet meteen aan een toneelacademie, maar wachten tot ze wat ouder zijn.”

“Het eerste jaar van de opleiding ontwikkel je algemene theatraliteit. In het tweede en derde jaar doe je veel projecten en in je vierde jaar ga je op stage. Als regisseur ga je dan eigen stukken regisseren en je schrijft een essay. Daarnaast kun je les gaan geven. Acteurs spelen in het vierde jaar bij theatergezelschappen, soms in films of op TV.

Na je opleiding ben je vogelvrij, en wacht er ook de kunst om geld te verdienen. Want als kunstenaar maak je veel uren, maar - uitzonderingen daargelaten – je verdient niet veel. Je moet echt de drive hebben om voluit met je beroep bezig te zijn.”

Grietje wilde naar een toneelschool omdat ze het leuk vond om op de planken te staan. Ze genoot ervan dat ze er goed in was, en het applaus na afloop gaf haar een enorme kick.

“ Op de academie heb ik veel geleerd. Ik heb veel toneelstukken gezien, musea bezocht, en een goed beeld gekregen van de kunstensector. Daarnaast ben ik kritisch gaan nadenken over hoe onze maatschappij in elkaar zit. Je wilt immers iets zeggen met je voorstellingen, dus is het belangrijk om een gefundeerd oordeel te vormen.”

“Als je een kunstopleiding wil gaan doen, bedenk dan goed of je er de rest van je leven full time aan wilt besteden. Je maakt van je grootste hobby je beroep. Dat is niet alleen leuk, het is ook keihard werken. Maar als je ècht gemotiveerd bent, dan kan ik alleen maar zeggen: ga ervoor! Hard werken is de motor is voor succes; met alleen talent ben je er nog niet. Treed op, doe audities, zoek de juiste mensen die jou dingen kunnen leren en je verder kunnen helpen, verdiep je in de kunstwereld, en ... geef niet op als het even tegen zit. Dan moet het goedkomen!”

bron: Grietje Evenwel ..... foto: dank aan Harry Cock ... tekstbewerking: Marjet Stamsnijder

verhalenverteller Yuri Schuurkes

Yuri Schuurkes is in het kader van zijn studie voor een jaar naar Australië. In Melbourne specialiseert hij zich nu in Digital Media Design.

Het duurde een tijd voordat Yuri zijn richting gevonden had. “Na mijn middelbare school stond er bij mij maar één vraag centraal: Wat wil ik? Hoewel ik op het Udens College vooral uitblonk in de wetenschappelijke vakken, had ik moeite om hiervoor gemotiveerd te blijven. Pas na drie jaar niksen besefte ik dat ik vooral plezier had in creatief zijn. Vanwege mijn passie voor films deed ik het toelatingexamen op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, de richting Audiovisual Media leek mij interessant. Maar op aanraden van de HKU maakte ik naast de toelatingsopdracht voor AVM ook de opdrachten die me aanspraken van andere richtingen. Zo belandde ik uiteindelijk niet bij AVM, maar bij Digital Media Design. Dat bleek de opleiding van mijn dromen te zijn.”

“Bij Digital Media Design word je opgeleid tot interactieve verhalenverteller. Je leert hoe je de kijker kan transformeren tot een meedoener. Je geeft je publiek een rol in het verhaal dat je vertelt. Zo kun je bijvoorbeeld een film maken waarin de kijker verschillende keuzes kan maken en het mogelijk is om de afloop van het verhaal te veranderen. Je kunt een dansvloer ontwerpen waarmee je muziek kunt maken of een interactief klap- en flapboek maken dat de lezer op een spelende manier bezig houdt.”

“Het mooie aan Digital Media Design is dat je elke vorm van media kunt toepassen. Of je nu van films houdt, goed kan tekenen of gek bent van muziek, DMD biedt er mogelijkheden voor. Participatie van het publiek staat wel centraal. Maar de manier waarop je het vormgeeft kun je helemaal zelf bepalen.”


bron: Yuri Schuurkes . tekst: Marjet Stamsnijder

modeontwerpster Leonneke Derksen


De aanhouder wint! Daar is Leonneke Derksen van overtuigd. Op het Udens College volgde ze al extra tekenlessen, buiten het lesrooster om. Ze wist wat ze wilde, en werkte daarom zoveel mogelijk uren mee met een examengroep. Na een jaartje confectie in Den Bosch, schreef ze werkelijk alle modeacademies aan. Leonneke moest en zou een modeopleiding volgen.

'Ik had al mijn hoop op Arnhem gevestigd. Maar daar werd ik geweigerd. Dus probeerde ik het in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Maastricht. Ik liep werkelijk alle scholen af. Ik kreeg een yes! van Rotterdam en ook van Maastricht. Maar studeren aan de Antwerpse Modeacademie is altijd al een grote droom van mij geweest. De toelatingsprocedure voor Antwerpen begon een stuk later dan in Nederland. Ik dacht: ik haal het toch nooit, maar een nee heb ik en een ja kan ik krijgen', aldus Leonneke.

Van de 65 studenten in het eerste jaar, maakt Leonneke nu deel uit van The Lucky Seven die in 2011 afstuderen in Antwerpen. En met haar collectie ‘Amaranthine’ won zij de Anne Kurris prijs.

‘Ik zie mode als een kunstvorm en ik gebruik dan ook kunst als inspiratiebron. Dit jaar heb ik me laten leiden door het surrealisme en de fotografie van de Deen Asger Carlsen. In zijn werk deformeert hij het lichaam van de modellen. Ik vond het wel leuk om na te denken over het lichaam. Wat als het lichaam anders zou zijn, wat gebeurt er dan met de kleding?

Eenmaal afgestudeerd, ben je er nog lang niet hoor. Het wordt nog keihard werken, misschien wel harder. Ik zoek in Parijs een stage of een baan. Couturetechnieken aanleren bij Chanel lijkt me fantastisch, maar ik wil ook wel weten hoe een bedrijf in elkaar zit. En dat leer je in een kleiner modehuis. Die kennis kan van pas komen, want over tien jaar wil ik een eigen modelabel!‘

bronnen: nieuwsblad.be 10 juni 2011 / notjustalabel.com / Leonneke Derksen / poppen op de catwalk

schrijfster Leana van Orsouw

Leana van Orsouw is na het Udens College Japanse taal en cultuur gaan studeren in Leiden. Al toen Leana 14 jaar was, werd haar eerste boek, het geestenmeisje, gepubliceerd. Tekenen deed ze ook graag, haar profielwerkstuk ging dan ook over Manga. Maar schrijven doet ze nog steeds het liefst:

招き猫 Maneki Neko

Wie wel eens langs een oosters restaurant of win­keltje loopt, heeft hem vast wel eens zien staan: de maneki neko, het katje dat met zijn pootje naar de argeloze voorbijganger zwaait. Ze zijn er in allerlei soorten en maten, als spaarpot, sleutel­hanger of gewoon voor de sier, en met of zonder bewegende poot. Men zegt dat ze geluk brengen, zoals zoveel oosterse voorwerpen. Maar waarom juist een kat die zijn poot omhoog houdt?

Voor onze westerse ogen lijkt het alsof het beestje naar ons zwaait, maar eigenlijk wenkt hij. Maneki neko betekent dan ook zoveel als ‘wenkende kat’. Grappig detail is misschien dat de maneki neko die voor de westerse markt gemaakt zijn de poot gedraaid hebben, zodat wij het ook herkennen als wenken. De meningen verschillen over de betekenis van de poten, maar over het algemeen gelooft men dat de linkerpoot omhoog klanten trekt en de rechterpoot geld en geluk.

De maneki neko komt voor in verschillende leg­endes, maar de legende die zijn wenken verk­laart, is de legende van de Goutoku-ji uit de zeventiende eeuw.

De tempel stelde in die tijd niet zo veel voor en was ernstig verarmd geraakt in de loop der jar­en. De priester leefde in armoede met zijn kat, die hij desondanks zo goed mogelijk probeerde te verzorgen. Op een dag passeerde een belang-rijk en rijk man het gebied van de tempel, juist toen het begon te regenen. De man school onder het eerste beste afdak dat hij kon vinden, een grote boom. Terwijl hij de regenbui af stond te wachten, zag hij plotseling de tempelkat in de verte zitten. Zijn verbazing was groot toen het dier hem leek te wenken, maar hij deed dat af als verbeelding. Waarschijnlijk zat de kat zich gewoon te wassen. Maar de kat bleef met zijn poot omhoog zitten, volhoudend dat de man zijn kant op moest komen. Nieuwsgierig besloot hij dat uiteindelijk maar te doen. Luttele seconden later sloeg de bliksem in in de boom waaronder hij zojuist nog had gescholen.

De man was de kat natuurlijk buitengewoon dankbaar voor het redden van zijn leven, en hij zorgde ervoor dat hij en zijn baasje niet meer op een houtje hoefden te bijten. Toen de kat uiteindelijk overleed, werd de maneki neko gemaakt om hem te eren. De tem­pel staat ook nu nog vol met maneki neko.

Een veel nuchtere verklaring voor de populariteit van de katten in winkels is het Japanse geloof dat als een kat zijn gezicht wast, dat een teken is dat er bezoek komt. Maar dat klinkt natuurlijk allemaal lang niet zo spectaculair als het hierboven beschreven verhaal.

De maneki neko wordt af en toe genoemd in documenten uit de Edo-periode (1603-1867), maar kwam pas echt in opkomst in de Meiji periode (1868-1912). Het wenkende gebaar werd toen iets minder onschuldig gebruikt in bepaalde zones in de steden, waar de vrouwen het gebaar imiteerden…

Later kwamen de katten terecht in restaurants, en sindsdien beho­ren de maneki neko tot de meest populaire geluksbrengers in Japan en daarbuiten. Tja, want wie zegt nu ‘nee’ als zo’n schattig katje je binnen probeert te wenken?

bron: tanuki.plexus.leidenuniv.nl/ .... tekstbewerking: Marjet Stamsnijder

oud-leerlingen

Verschillende oud-leerlingen van het Udens College hebben gekozen voor een kunstopleiding, en zijn actief in de kunstensector. Bijvoorbeeld als mode-ontwerper, fotograaf, designer, musicus, beeldend kunstenaar of theatermaker.